donderdag 2 augustus 2012

Etappe 17

De tweede Mesetadag ging ons goed af. Het begin van de etappe was vals plat, waardoor we te snel begonnen en na een half uur al in het zweet liepen. Daarna was het echter een gemakkelijke tien kilometer naar Hontanas. Het dorpje was knus en we baalden een beetje dat we hier niet overnacht hadden.

Na een korte stop restte ons nog eens tien kilometer. Onderweg kwamen we een Spaanse man tegen die de camino liep met zijn uitermate brave paard (ernaast dus). Hij vertelde ons dat hij alleen op het paard (als echte pelgrim gewapend met een jacobsschelp) ging zitten als hij zelf echt niet meer kon. Het paard had het volgens de man zonder hem op zijn rug al zwaar genoeg.

Onderweg komen we langs de ruïnes van San Antón, waar de weg onderdoor gaat. Tussen de muren is een simpele herberg gebouwd. De hospitalero verwelkomt ons met zelfgemaakte limonade en pruimen. Het is alleen nog te vroeg voor ons om te stoppen, dus lopen we door.

Castrojeriz, onze eindbestemming is een vrij groot dorp dat (wederom) leeft van de camino. De gele pijlen leiden ons zo'n twee kilometer om langs de campings, café's en albergues. We settlen in een gezellige gemeentelijke herberg. Er is geen keuken dus we eten brood met kaas en tomaten als diner. De jengelende katten om ons heen eten mee. (Er stonden gewoon bakjes met brokjes voor ze klaar, maar het hartverscheurende gejank konden we niet weerstaan). We praten wat met een Canadese vrouw, die de camino nu voor de zesde keer loopt. Het werkt blijkbaar verslavend.

1 opmerking: